Een leider omringt zich met A-spelers
Voor een professioneel marathonloper is een haas essentieel. Een haas zorgt voor een hoog tempo en fungeert als windscherm voor de marathonloper. Normaal gesproken stapt de haas na circa 30 kilometer uit, waarna de marathonloper de laatste 12 kilometer op eigen kracht loopt. Een mooi principe.
Als een goede haas essentieel is voor je uitslag ga je vanzelf op zoek naar de beste atleten. Logisch. Maar als je continu opzoek gaat naar betere atleten kom je op den duur in de situatie dat de haas net zo goed of zelfs beter is dan jij. Met de wetenschap dat de haas volgens de regelementen de wedstrijd eventueel mag uitlopen – zoals de Keniaanse haas Festus Talam bij de marathon van Eindhoven in 2016 – ontstaat er een interessant dilemma. Verzamel je als marathonloper de beste hazen om je heen met het vertrouwen dat ze uitstappen of kies je voor hazen die jouw niveau net niet halen, zodat je je geen zorgen hoeft te maken over een onverwachte uitbraak?
Mensen zijn competitieve wezens, zo ook in de hoedanigheid als medewerker op de werkvloer. Omdat een wedstrijd makkelijker te winnen is tegen een zwakkere tegenstander zijn we wellicht onbewust geneigd om niet de beste mensen om ons heen te verzamelen. Echter neem je daarmee zelf een enorme last op je schouder, omdat je bedrijf, afdeling of team daarmee puur afhankelijk is van jouw eigen kwaliteiten. De som is dan evengroot als de losse delen.
Het tegendeel is eveneens waar. Als je in staat bent om jezelf te omringen met A-spelers met verschillende kwaliteiten ontstaat er een situatie waarin men complementair aan elkaar is. De som is dan groter dan de losse delen.
Alleen een groot leider omringt zich met mensen die evenveel of meer kwaliteiten hebben dan zichzelf. En alleen een groot leider cijfert zichzelf weg om andere mensen een podium te geven, zodat ze kunnen excelleren ten gunste van het resultaat.
Wouter Volkeri
Andere interessante artikelen
Een leider omringt zich met A-spelers
Voor een professioneel marathonloper is een haas essentieel. Een haas zorgt voor een hoog tempo en fungeert als windscherm voor de marathonloper. Normaal gesproken stapt de haas na circa 30 kilometer uit, waarna de marathonloper de laatste 12 kilometer op eigen kracht loopt. Een mooi principe.
Als een goede haas essentieel is voor je uitslag ga je vanzelf op zoek naar de beste atleten. Logisch. Maar als je continu opzoek gaat naar betere atleten kom je op den duur in de situatie dat de haas net zo goed of zelfs beter is dan jij. Met de wetenschap dat de haas volgens de regelementen de wedstrijd eventueel mag uitlopen – zoals de Keniaanse haas Festus Talam bij de marathon van Eindhoven in 2016 – ontstaat er een interessant dilemma. Verzamel je als marathonloper de beste hazen om je heen met het vertrouwen dat ze uitstappen of kies je voor hazen die jouw niveau net niet halen, zodat je je geen zorgen hoeft te maken over een onverwachte uitbraak?
Mensen zijn competitieve wezens, zo ook in de hoedanigheid als medewerker op de werkvloer. Omdat een wedstrijd makkelijker te winnen is tegen een zwakkere tegenstander zijn we wellicht onbewust geneigd om niet de beste mensen om ons heen te verzamelen. Echter neem je daarmee zelf een enorme last op je schouder, omdat je bedrijf, afdeling of team daarmee puur afhankelijk is van jouw eigen kwaliteiten. De som is dan evengroot als de losse delen.
Het tegendeel is eveneens waar. Als je in staat bent om jezelf te omringen met A-spelers met verschillende kwaliteiten ontstaat er een situatie waarin men complementair aan elkaar is. De som is dan groter dan de losse delen.
Alleen een groot leider omringt zich met mensen die evenveel of meer kwaliteiten hebben dan zichzelf. En alleen een groot leider cijfert zichzelf weg om andere mensen een podium te geven, zodat ze kunnen excelleren ten gunste van het resultaat.
Wouter Volkeri