De held van Denpasar
Eind oktober 2010 stond ik samen met mijn vriendin op het vliegveld van Denpasar op het Indonesische eiland Bali. Na 3 weken backpacken maakten we ons op om via Singapore terug te vliegen naar Nederland. Onderweg naar het vliegveld gaven we ons laatste geld nog even snel uit aan een heerlijke Gado-gado in een plaatselijk restaurant, zodat we zonder overgebleven roepies richting Nederland vertrokken.
Het inchecken van onze bagage op het vliegveld verliep voorspoedig, dus niets stond ons nog in de weg om onze reis te vervolgen. Of toch wel? Op 50 meter voor de gate werden we plots staande gehouden door de dienstdoende douaniers. Tot onze verrassing vroegen ze ons 300.000 roepies (circa 23 euro) aan luchthavenbelasting te betalen. Niet echt iets dat je nog verwacht na het inchecken van je bagage. Aangezien ons vliegtuig pas anderhalf uur later vertrok, besloten we in alle rust op zoek te gaan naar een pinautomaat. Het eerste pinautomaat bij de entree van het vliegveld werkte niet echt mee. Tijdens onze vakantie was al duidelijk geworden dat de – in Nederland veel gebruikte – financiële dienst Maestro (betaalkaart) in Indonesië beperkt ondersteund wordt.
Nadat ook het tweede pinautomaat niet werkte en de tijd langzaam doortikte begonnen de zenuwen enigszins toe te nemen. Om het proces iets te versnellen sprak ik een lokale beveiligingsbeambte aan om te vragen of er nog meer pinautomaten op het vliegveld stonden. Via een tussengang nam de beveiligingsbeambte mij mee naar een locatie waar 6 pinautomaten op een rij stonden. De zenuwen in mijn lijf namen langzaam af, want één van de 6 pinautomaten zou toch Maestro moeten ondersteunen.
Het eerste pinautomaat liep mij nog een beetje te sarren. Stiekem kon ik er nog wel om lachen ook. De tweede, derde en vierde kon ik ook nog wel waarderen, maar toen pinautomaat 5 en 6 mij ook in de steek lieten schoot ik toch wel een beetje in de stress. Een half uur later vertrok ons vliegtuig, dus tijd om met een taxi heen en weer naar de stad te rijden was er niet meer. De zenuwen sloegen toe en eerlijk gezegd wist ik mij even geen raad. Het zweet brak mij uit, omdat ik het gevoel had de controle op de situatie te zijn verloren. Op dat moment gebeurde er iets dat ik nooit zal vergeten. Een gebeurtenis die mijn vertrouwen in de medemens in enorm positieve zin heeft veranderd. Een heldendaad.
De beveiligingsbeambte – die voor een salaris van maximaal 1.000.000 roepies per maand zijn werkzaamheden verricht – bood mij aan om de luchthavenbelasting van 300.000 roepies voor ons te betalen. Hij had het in eerste instantie zelfs over betalen, niet eens over uitlenen. Als je bereid bent een bedrag te betalen voor een onbekende gelijk aan 30% van je maandsalaris ben je wat mij betreft echt een held. Ik noteerde snel de gegevens van de man en nam de 300.000 roepies aan om vervolgens een sprint te trekken richting de gate. De hele terugreis heb ik na zitten denken over hoe het kan dat deze man zo’n vertrouwen in mij had. Heb ik zo’n vriendelijk, betrouwbaar gezicht? Voelde hij mijn positieve intenties aan? Of had deze man simpelweg een hart van goud en zou hij voor elk willekeurig individu in de bres springen?
Tijdens het lezen van het boek ‘Slim vertrouwen’ (origineel: ‘Smart Trust’) van Stephen M.R. Covey en Greg Link kreeg ik antwoord op mijn vraag. Zij stellen dat de neiging die men heeft tot het vertrouwen van anderen verschilt van mens tot mens. Tijdens een mensenleven zijn er veel ervaringen die bepalen of je in eerste instantie veel of weinig vertrouwen in iemand hebt. Helaas zijn er veel mensen die denken vanuit ‘wantrouwen’. Situaties worden goed geanalyseerd en met een pessimistische bril op benaderd, wat leidt tot achterdocht. Het alternatief is de situatie analyseren met een optimistische bril op. Je gaat hierbij uit van de positieve wil van de andere persoon om in de betreffende situatie met de juiste intentie te handelen, dit leidt tot beoordelingsvermogen.
In het eerder genoemde boek staat een prachtig verhaal van Muhammad Yunus, de grondlegger van het microkrediet. Door – op basis van vertrouwen – leningen te verschaffen aan de allerarmste mensen van Bangladesh bewees hij dat vertrouwen niets te maken heeft met de maatschappelijke positie en/of financiële situatie van een persoon. In tegenstelling tot wat veel pessimisten verwachtten kreeg Yunus in 98% van de gevallen zijn geld terug. En zelfs bij de overige 2% geloofde hij stellig in de positieve intentie van zijn medemens om hem terug te betalen.
De beveiligingsbeambte had mij met een pessimistische bril gegarandeerd aan mijn lot overgelaten. Hij koos er echter voor om in mijn positieve intentie te geloven. Zijn neiging tot vertrouwen was dermate hoog dat hij het aandurfde 30% van zijn maandsalaris uit te lenen aan een man die hij slechts 5 minuten had gesproken.
In een onderneming is ook alles gerelateerd aan vertrouwen. Heeft men voldoende vertrouwen in zichzelf? Vertrouwen in elkaar? Vertrouwen in het management? En heeft de klant voldoende vertrouwen in jou als leverancier cq partner? Een belangrijke eerste stap in het creëren van vertrouwen is – zoals in bovenstaand voorbeeld – uitgaan van de positieve intentie van de andere partij. Mijn geloof in de positieve intentie van iedereen om mij heen heeft mij enorm veel gebracht. In plaats van verwijtend, geïrriteerd of gefrustreerd te reageren in situaties zoek ik nu het dialoog op om erachter te komen wat daadwerkelijk de oorzaak is van een nalatigheid. Probeer voor jezelf ook eens de komende 30 dagen alles te benaderen vanuit het positieve. Geloof erin dat fouten en nalatigheden niet voortkomen uit onwil, maar veroorzaakt worden uit onmacht, onervarenheid of onzekerheid. Je zult zien dat je wereld er totaal anders uit gaat zien en dat jouw vertrouwen wederkerig is.
Wouter Volkeri
Andere interessante artikelen
De held van Denpasar
Eind oktober 2010 stond ik samen met mijn vriendin op het vliegveld van Denpasar op het Indonesische eiland Bali. Na 3 weken backpacken maakten we ons op om via Singapore terug te vliegen naar Nederland. Onderweg naar het vliegveld gaven we ons laatste geld nog even snel uit aan een heerlijke Gado-gado in een plaatselijk restaurant, zodat we zonder overgebleven roepies richting Nederland vertrokken.
Het inchecken van onze bagage op het vliegveld verliep voorspoedig, dus niets stond ons nog in de weg om onze reis te vervolgen. Of toch wel? Op 50 meter voor de gate werden we plots staande gehouden door de dienstdoende douaniers. Tot onze verrassing vroegen ze ons 300.000 roepies (circa 23 euro) aan luchthavenbelasting te betalen. Niet echt iets dat je nog verwacht na het inchecken van je bagage. Aangezien ons vliegtuig pas anderhalf uur later vertrok, besloten we in alle rust op zoek te gaan naar een pinautomaat. Het eerste pinautomaat bij de entree van het vliegveld werkte niet echt mee. Tijdens onze vakantie was al duidelijk geworden dat de – in Nederland veel gebruikte – financiële dienst Maestro (betaalkaart) in Indonesië beperkt ondersteund wordt.
Nadat ook het tweede pinautomaat niet werkte en de tijd langzaam doortikte begonnen de zenuwen enigszins toe te nemen. Om het proces iets te versnellen sprak ik een lokale beveiligingsbeambte aan om te vragen of er nog meer pinautomaten op het vliegveld stonden. Via een tussengang nam de beveiligingsbeambte mij mee naar een locatie waar 6 pinautomaten op een rij stonden. De zenuwen in mijn lijf namen langzaam af, want één van de 6 pinautomaten zou toch Maestro moeten ondersteunen.
Het eerste pinautomaat liep mij nog een beetje te sarren. Stiekem kon ik er nog wel om lachen ook. De tweede, derde en vierde kon ik ook nog wel waarderen, maar toen pinautomaat 5 en 6 mij ook in de steek lieten schoot ik toch wel een beetje in de stress. Een half uur later vertrok ons vliegtuig, dus tijd om met een taxi heen en weer naar de stad te rijden was er niet meer. De zenuwen sloegen toe en eerlijk gezegd wist ik mij even geen raad. Het zweet brak mij uit, omdat ik het gevoel had de controle op de situatie te zijn verloren. Op dat moment gebeurde er iets dat ik nooit zal vergeten. Een gebeurtenis die mijn vertrouwen in de medemens in enorm positieve zin heeft veranderd. Een heldendaad.
De beveiligingsbeambte – die voor een salaris van maximaal 1.000.000 roepies per maand zijn werkzaamheden verricht – bood mij aan om de luchthavenbelasting van 300.000 roepies voor ons te betalen. Hij had het in eerste instantie zelfs over betalen, niet eens over uitlenen. Als je bereid bent een bedrag te betalen voor een onbekende gelijk aan 30% van je maandsalaris ben je wat mij betreft echt een held. Ik noteerde snel de gegevens van de man en nam de 300.000 roepies aan om vervolgens een sprint te trekken richting de gate. De hele terugreis heb ik na zitten denken over hoe het kan dat deze man zo’n vertrouwen in mij had. Heb ik zo’n vriendelijk, betrouwbaar gezicht? Voelde hij mijn positieve intenties aan? Of had deze man simpelweg een hart van goud en zou hij voor elk willekeurig individu in de bres springen?
Tijdens het lezen van het boek ‘Slim vertrouwen’ (origineel: ‘Smart Trust’) van Stephen M.R. Covey en Greg Link kreeg ik antwoord op mijn vraag. Zij stellen dat de neiging die men heeft tot het vertrouwen van anderen verschilt van mens tot mens. Tijdens een mensenleven zijn er veel ervaringen die bepalen of je in eerste instantie veel of weinig vertrouwen in iemand hebt. Helaas zijn er veel mensen die denken vanuit ‘wantrouwen’. Situaties worden goed geanalyseerd en met een pessimistische bril op benaderd, wat leidt tot achterdocht. Het alternatief is de situatie analyseren met een optimistische bril op. Je gaat hierbij uit van de positieve wil van de andere persoon om in de betreffende situatie met de juiste intentie te handelen, dit leidt tot beoordelingsvermogen.
In het eerder genoemde boek staat een prachtig verhaal van Muhammad Yunus, de grondlegger van het microkrediet. Door – op basis van vertrouwen – leningen te verschaffen aan de allerarmste mensen van Bangladesh bewees hij dat vertrouwen niets te maken heeft met de maatschappelijke positie en/of financiële situatie van een persoon. In tegenstelling tot wat veel pessimisten verwachtten kreeg Yunus in 98% van de gevallen zijn geld terug. En zelfs bij de overige 2% geloofde hij stellig in de positieve intentie van zijn medemens om hem terug te betalen.
De beveiligingsbeambte had mij met een pessimistische bril gegarandeerd aan mijn lot overgelaten. Hij koos er echter voor om in mijn positieve intentie te geloven. Zijn neiging tot vertrouwen was dermate hoog dat hij het aandurfde 30% van zijn maandsalaris uit te lenen aan een man die hij slechts 5 minuten had gesproken.
In een onderneming is ook alles gerelateerd aan vertrouwen. Heeft men voldoende vertrouwen in zichzelf? Vertrouwen in elkaar? Vertrouwen in het management? En heeft de klant voldoende vertrouwen in jou als leverancier cq partner? Een belangrijke eerste stap in het creëren van vertrouwen is – zoals in bovenstaand voorbeeld – uitgaan van de positieve intentie van de andere partij. Mijn geloof in de positieve intentie van iedereen om mij heen heeft mij enorm veel gebracht. In plaats van verwijtend, geïrriteerd of gefrustreerd te reageren in situaties zoek ik nu het dialoog op om erachter te komen wat daadwerkelijk de oorzaak is van een nalatigheid. Probeer voor jezelf ook eens de komende 30 dagen alles te benaderen vanuit het positieve. Geloof erin dat fouten en nalatigheden niet voortkomen uit onwil, maar veroorzaakt worden uit onmacht, onervarenheid of onzekerheid. Je zult zien dat je wereld er totaal anders uit gaat zien en dat jouw vertrouwen wederkerig is.
Wouter Volkeri